Auteur: Tessa de Loo

Genre: Oorlogsroman

Jaar: 1993

 

Samenvatting

Deel 1, Interbellum
De vierenzeventigjarige Lotte bevindt zich in het Thermaal Instituut in Spa voor een kuur tegen artrose. Tijdens de middag rust wordt ze wakker van een stevige Duits dame van haar eigen leeftijd. Ze antwoordt de vrouw in het Duits - dat zij heel goed spreekt omdat ze in Duitsland geboren is. Het blijkt dat de dames tweelingzussen zijn die op hun 6e jaar uit elkaar zijn gehaald. Anna vindt het heel leuk om haar zus weer eens te zien, maar Lotte vindt het niet bepaald fantastisch. Ze reageert met verwijten over de Duitsers die zes miljoen joden vermoord hebben en de oorlog begonnen zijn. Anna daarin tegen vertelt van de vernederingen en armoede van de Duitsers na de Eerste Wereldoorlog en herinnert Lotte er aan dat ook zij als Duitse geboren is.
De herinneringen van hun jeugd in Keulen komen weer boven. Hun moeder stierf aan borstkanker toen de meisjes 3 waren. Hun vader had toen al tbc en stierf 3 jaar later.
Lotte, ook besmet met tbc, ging met tante Elisabeth naar Nederland om in het Gooi te gaan wonen bij het gezin van de zoon van tante Elisabeth, de familie Rockanje. Haar nieuwe vader had een moeilijk karakter. Hij hield van klassieke muziek en was aanhanger van het communisme. Ze heeft herhaaldelijk hem een pijnlijke dood toegewenst tijdens één van zijn vele woede-uitbarstingen. Tijdens de tijd toen ze moest genezen van tbc, schreef ze veel brieven naar Anna, maar die kreeg die nooit te zien. Na haar genezing groeide Lotte op als een echt Nederlands meisje. Tijdens een winter kwam ze onder het ijs terecht en werd ze met veel moeite weer tot leven gewekt. Sinds toen had ze moeite met praten. Ze kon wel goed zingen en zong in het radiokinderkoor. Ze kreeg zangles en een piano. Haar stiefvader belette haar het spelen door tijdens haar spel zijn beroemde grammofoon aan te zetten. Ook tegenover zijn vrouw en zijn andere kinderen gedroeg hij zich erg vervelend. Na een ongeluk was hij een tijd op de rand van leven en dood.
Hij herstelde toen de spanningen tussen de staten onderling toe nam. Lotte was van plan om Anna in Duitsland te bezoeken, maar door de oorlog ging dit aanvankelijk niet.
Anna werd door haar grootvader meegenomen naar zijn boerderij aan de Lippe. Ook woonde daar oom Heinrich en tante Liesl. Anna vond de overgang van stad naar platteland erg zwaar. Ze moest naar de rooms-katholieke kerk, waar Jacobsmeter pastoor was.(hij speelt overigens een zeer belangrijke rol in haar leven) Een paar jaar later stierf haar grootvader. Anna was gewend aan het boerenleven en dacht dat Lotte haar vergeten was. Oom Heinrich trouwde met Martha Honnekop, een baarbaarse vrouw. Martha was lui en bracht veel kinderen ter wereld. Het werk kwam op Anna neer, waardoor ze niet naar het gymnasium kon. Toen Anna 16 was zag ze bij een smid een foto van Hitler in de krant. Er ontstond een vriendschap tussen Anna en de smid die lid was van de NSDAP.
Oom Heinrich was tegen Hitler en tegen de vriendschap en mishandelde Anna daarom vreselijk. Zo erg zelfs dat Anna naar de dokter moest die constateerde dat haar baarmoeder was gedraaid. Pastoor Jacobsmeyer zorgde ervoor dat Anna naar een klooster kon. Daar herstelde ze helemaal, en ook met de ideeën van Hitler kon ze het absoluut niet meer vinden.
Omdat ze zo’n mooi meisje met blond haar en blauwe ogen was, werd ze gevraagd om in een toneelstuk van de Hitler-Jugend te spelen. Ze was een van de weinigen in het dorp die een goede Duitse uitspraak had. Toen Anna terug kwam in haar dorp was Hitler aan de macht gekomen en waren veel mensen in het dorp lid van een nazi-club. Kort daarna kon ze via de pastoor een opleiding als dienstmeisje voor de betere stand volgen.
Toen ze 21 jaar werd moest ze een document ondertekenen over het voogdijschap van oom Heinrich, ze tekende het zonder het te lezen. Maar in het document stond dat oom Heinrich jaarlijks verklaard had dat ze zwakzinnig was. Ook wam ze erachter dat ze onvruchtbaar was, door de afranseling door oom Heinrich. Later mocht ze in dienst bij een adellijke familie, als dienstmeisje. Ze had een erg armoedig en eenvoudig leven, ze kon niet liefhebben, en wantrouwde mensen door haar vreselijke jeugd.
Deel 2, Oorlog
Lotte ging op bezoek bij Anna om daar de jaarwisseling door te brengen. Lotte verwachte veel van de ontmoeting maar het werd een grote teleurstelling.
Anna verweet zich zelf na het vertrek van Lotte dat ze zo koel tegen Lotte had gedaan. Ze kon gewoonweg niet tegen het feit dat er iemand voor haar was, er had nooit iemand van haar gehouden, en ze dacht dat het ook nooit zou gebeuren. Het bezoek was dus één grote ramp…
Tijdens een dans avond ontmoette Anna een soldaat uit Wenen, Martin Grosalie. Er ontstond een relatie die zich in het begin zou uiten in het sturen van brieven aan elkaar, omdat Martin naar het front ging. Na de Duitse aanval op Polen genoten ze samen van een vakantie. Toen Keulen werd gebombardeerd vertrok de familie waar ze werkte naar Oost-Pruisen. Anna ging de familie achter na in de winter van 1940/1941.
Eind 1941 had Martin verlof en vroeg haar met hem te trouwen. Het trouwen kon niet door gaan, maar Anna maakte wel kennis met de enigszins gestoorde moeder van Martin en zijn vader.
Toen ze terug bij haar werkgever was moest ze meeverhuizen naar een landgoed bij Berlijn. Een jaar later trouwde ze als nog met Martin. Anna was getuige van een samenzwering tegen Hitler in 1944. Martin kwam bij de Waffen-SS en adviseerde Anna naar Wenen te gaan; de Russen zouden spoedig in Pruisen zijn. In Wenen kreeg ze een bericht dat Martin was gesneuveld in de Eifel. Na een periode van depressies hielp de sociale dienst van de SS haar er weer een beetje boven op en zorgde voor werk.

Lotte leerde in de eerste maanden van de oorlog David de Vries kennen, die haar op de piano begeleidde. Een tijdje later werd David door de Duitse politie opgepakt en naar het kamp Buchenwald gestuurd. Ze hield veel van David, en ze waren al verloofd. Ze zocht haar steun bij zijn oudere broer: Ernst. Zijn familie dook bij de ouders van Lotte onder. Daarna kwamen meerdere onderduikers. Haar moeder werd ziek en ging naar het ziekenhuis. Na haar operatie kreeg ze extra voedselbonnen, maar die werden door Lotte's vader achtergehouden. Toen Lotte dit ontdekte kreeg ze de bonnen wel van hem, maar hij wist haar diep te kwetsen door te zeggen: "na al die jaren... nog steeds een echte moffin.". Toen ze een tekort aan voedsel kregen deed ook Lotte mee aan de voedseltochten, met alle avonturen vandien. Vlak voor het einde van de oorlog trouwde ze met de vioolbouwer Ernst Goudriaan. Eigenlijk hield ze nog steeds veel van David, maar dat heeft ze altijd weten te verbergen.
Ernst en Lotte kregen samen een kindje.
Deel 3, Vrede (Aprés le déluge encore nous)
De komst van de Amerikanen maakte een einde aan de oorlog voor Anna.
Na een korte tijd gevangen te hebben gezeten, werd Anna in september 1945 vrij gelaten. Ze wilde nu bij de kinderbescherming gaan werken. Ze vond het erg dat ze geen kinderen kon krijgen, maar dat lag ook behoorlijk kritiek, omdat ze kinderen had willen krijgen met haar overleden man. (toen ze nog niet wist dat ze onvruchtbaar was)
Voordat ze aan de opleiding begon bezoekt ze eerst het graf van Martin. Ze kwam te weten hoe Martin gesneuveld was. Hij had zijn vrachtwagen gestopt toen zijn vrienden appels wilden gaan plukken en werd getroffen door een verdwaalde granaat.
Ze ging daarna naar Nederland om Lotte te bezoeken, maar die wilde geen Duits met Anna praten. Het bezoek werd weer een grote teleurstelling.
Lotte beleefde de komst van de geallieerden en zag hoe de Duitsers werden afgevoerd. De onderduikers verlieten het huis en haar moeder kwam opnieuw in het ziekenhuis terecht. De opgebouwde spanningen van de afgelopen jaren eisten hun tol. Ernst kreeg een baan in Den Haag, waar hij en Lotte gingen wonen.
Lotte was er eenzaam zonder alle drukte van de onderduikers. Ook was haar mooie zangstem verdwenen. Ze leefde vooral voor de zorg voor haar kinderen.
Zo zijn de jaren verstreken, waarna ze elkaar, tegenkwamen in de kuurbaden van Spa. Eerst wilde Lotte helemaal niets te maken hebben met Anna, die haar elke keer toch weer overrompelde. Anna en Lotte hebben beide veel herinneringen naar boven gehaald. Zo weer een avond, Anna verteld over haar rouwperiode na het overlijden van haar man Martin(al heel lang geleden!)
Na samen te hebben gegeten zoals altijd gaat de tweeling naar bed, met de verwachting elkaar de volgende dag weer te zien.
Als Lotte de volgende dag naar haar modderbad gaat, wordt haar door iemand van het personeel verteld dat de vrouw met wie ze de laatste tijd optrok was overleden aan een hartaanval. Met pijn in haar hart beseft Lotte op dat moment dat haar erkenning met haar Duitse wederhelft te laat is gekomen. Dan vraagt de vrouw haar: "Weet U of ze familie had?... U was tenslotte haar vriendin..." " Nee..." zei Lotte "Ik ben... ze is mijn zuster."

 

Personages

Pastoor Jacobsmeyer

De man die Anna redt uit de klauwen van tante Martha. Jacobsmeyer is pastoor in het dorp waar Anna opgroeit en mag haar graag. Hij steunt haar en geloofd in haar, en is daardoor een belangrijk personage in haar leven, al is het op de achtergrond.

David

Leider van het koor waar Lotte bij zit. De twee worden verliefd en hij hint op een huwelijk, maar Lotte houdt de boot af omdat ze zichzelf nog wat jong vindt. David wordt tijdens een razzia opgepakt voor ze zich kunnen verloven en sterft.

Lotte Goudriaan-Bamberg

Ene helft van de tweeling. Opgegroeid in Nederland, getrouwd met een Joodse man (Ernst) en zeer wantrouwend tegenover Duitsers en hun excuses “dat ze het niet wisten”. Heeft tijdens de oorlog Joden helpen onderduiken, heeft een Joodse geliefde (David) verloren en wil geen sympathie voor ‘de andere kant’ voelen. Heeft een naar omstandigheden goed leven gehad, hoewel ze als kind nogal ziekelijk was. Lotte is een ‘flat character’ omdat ze zich niet erg ontwikkelt gedurende het verhaal. Ze weigert Anna’s realiteit te accepteren ten opzichte van haar eigen tot Anna onverwachts sterft.

Ernst Goudriaan

Joods vioolbouwer. Duikt tijdens de oorlog met zijn familie bij Lotte’s familie onder. Weet tijdens een inval door de nazi’s de commandant zo in te palmen dat de rest van de familie niet ontdekt wordt, en de nazi’s weer vertrekken. Trouwt met Lotte.

Oom Heinrich

Heinrich is een slap persoon. Hij houdt eigenlijk wel van Anna maar is zo stom geweest met Martha te trouwen en doet niets tegen diens gedrag tegenover Anna. Hij mishandelt Anna in een opwelling zo erg dat ze de rest van haar leven onvruchtbaar blijft.

Anna Grosalie-Bamberg

Andere helft van de tweeling. Opgegroeid in een boerendorp in Duitsland. Fysiek en geestelijk mishandeld, via een klooster en een opleiding tot huishoudster in dienst gekomen bij een adellijke familie. Weduwe van Martin, een nazi. Werkte na de dood van haar man als rode kruis zuster voor de nazi’s. Staat voor de diep droeve wanhoop en pijn van het Duitse volk. Probeert Lotte deze menselijke kant van het verhaal in te laten zien, maar stuit op een muur van wrok en onbegrip. Sterft aan hartfalen. Anna is een ‘round character’ omdat ze zich ontwikkelt gedurende het verhaal. Ze begint als hartwerkend maar wereldvreemd boerenmeisje en slaat zich door het leven tot een vrouw die zo goed als alle slechts van de wereld gezien heeft, verloren heeft wat ze liefhad en ontworteld is, maar de wereld duidelijk kent. Ze is een harde werkster en probeert redelijk te zijn ondanks alle onrecht waar ze getuige van is, maar alle ontberingen hebben haar toch verbitterd gemaakt. Ze komt er op zeker moment achter dat haar oom jarenlang heeft gedaan alsof ze achterlijk was om haar thuis te kunnen houden van school: daarom liet hij haar ook steriliseren, want achterlijken mochten geen kinderen krijgen - deden ze dat wel, dan zou dat het Arische ras verpesten.

Tante Martha

Martha is een geestelijk zieke vrouw die geniet van de geestelijke en fysieke mishandeling van Anna, en zich daar dan ook ten volle voor inzet. Schoolvoorbeeld van de slechte stiefmoeder.

 

Thematiek

Relatie tussen zussen
Een thema in het boek is onbereikbaarheid tussen zussen; hoe ze ook hun best doen, Anna en Lotte kunnen elkaar niet meer bereiken vanwege de kloof die de geschiedenis tussen hen heeft doen ontstaan. Anna en Lotte waren een hechte tweeling, doordat ze gescheiden worden hebben ze niet de ontwikkeling doorgemaakt die zussen met elkaar doormaken wanneer ze samen opgroeien. Hierdoor is de relatie verstoort en is er wantrouwen. Ze komen niet meer zo dicht bij elkaar als ze ooit waren. De relatie van Lotte en Anna speelt zich af tegen de achtergrond van de Tweede Wereldoorlog met alle problematiek van dien. Zoals dat Lotte een relatie heeft met een Joodse man en Anna met een nazi. Lotte krijgt een kind maar Anna is onvruchtbaar. Lotte krijgt een liefdevolle opvoeding en Anna totaal niet. Al deze contrasten leiden tot een enorme afstand tussen de twee zussen. Ze hebben beiden een totaal ander leven geleid en het enige wat hen bindt is de bloedband. Wanneer ze elkaar weer ontmoeten, hebben ze vrijwel niets om over te praten, behalve hun eigen verhalen - en het begrip voor die verhalen mist. Tussen de zussen in staat niet alleen de Tweede Wereldoorlog, maar ook een koude oorlog: in het Belgische kuuroord is het alsof de oorlog opnieuw wordt uitgevochten, alsof ze opnieuw proberen om in het gelijk te worden gesteld voor hun land. Ze proberen elkaar te overtuigen van de juistheid van hun daden in de oorlog en daarmee symboliseren ze misschien wel de vooroordelen die in de tijd van hun hereniging nog bestonden tussen Duitsland en Nederland, de twee landen die in de oorlog lijnrecht tegenover elkaar stonden en ook jaren daarna nog kampten met grote spanningen.

 

Motieven

Jodenvervolging
De vervolging van Joden is erg belangrijk voor het verhaal, voornamelijk voor dat van Lotte. Zij en haar ouders boden namelijk onderdak aan verschillende joden tijdens de oorlog, om hen veilig te houden. Lotte is ook getrouwd met een jood en voor Anna was dat ondenkbaar: zij geloofde het idee dat joden slecht waren voor de samenleving en dat ze er niet thuishoorden. Het is bij haar nooit opgekomen om joden te helpen, terwijl Lotte juist altijd sterk bevlogen is geweest met het onrecht dat joden werd aangedaan.

Coming of age
Coming of age is een belangrijk onderdeel van het verhaal voor zowel Lotte als Anna. Allebei de zussen beginnen hun leven in kinderlijke naïviteit: ze hebben geen idee van wat er gaande is en het enige belangrijke is dat ze samen zijn. Ook wanneer ze van elkaar gescheiden worden, blijven ze nog een tijdje die naïviteit houden: ze zijn te jong om al vraagtekens te zetten bij wat er gebeurt en gaan hun nieuwe leven al snel als vanzelfsprekend zien. Voor Lotte gaat dit zelfs zo ver dat ze haar Nederlandse ouders als haar enige echte ouders gaat beschouwen. Hoe ouder ze worden - en ze groeien op in de periode dat de Tweede Wereldoorlog steeds dreigender en daarna steeds heviger wordt - komen ze steeds meer te weten over de wreedheid van de mens en de gruwelen van de samenleving. Ze moeten vechten voor hun waarden en de persoon die ze worden, heeft alles te maken met de dingen die ze meemaken onder invloed van de oorlog. Ze maken lief en leed mee en zijn ook steeds meer in staat om vragen te stellen bij alles wat er gebeurt en bij wie ze zelf zijn. Doordat ze echter met een vervormd wereldbeeld - dat van hun ouders - opgroeien, ontstaan er al snel vooroordelen.

Wo ii: nasleep en verwerking
Belangrijk in het verhaal is de oorlog en hoe mensen daarmee omgaan. Beide zussen hebben een ander uiterste gekozen in hun gedrag tijdens de oorlog maar ook in hun verwerking van de oorlog. Lotte wil 50 jaar na dato nog een soort van wraak nemen voor haar verloren geliefden en lijkt het er eigenlijk niet over te willen hebben. Anna daarentegen kan er na veel denken nuchter en in zekere zin hard over zijn. Allebei hebben ze heel verschillende dingen meegemaakt die nog steeds een groot deel van hun persoonlijkheid in beslag nemen: het is iets wat ze nooit zullen vergeten en als ze elkaar eenmaal teruggevonden hebben, blijkt dat het een nog lang niet afgesloten hoofdstuk is voor hen allebei.

Vooroordelen
Vooroordelen spelen een heel grote rol in het verhaal: ze komen steeds weer terug en vormen grotendeels de basis van de relatie tussen personages. Al heel snel ontstaat in de oorlog het gevoel bij zowel Duitsers als Nederlanders dat alle leden van de tegenpartij slecht zijn, dus dat alle Duitsers joden dood willen hebben en dat alle Nederlanders verantwoordelijk zijn voor bombardementen. Ook in Nederland ontstaat al snel het idee dat iedereen die niet bij het verzet zit, op welke manier dan ook, bij de SS hoort of de Duitsers steunt. Deze vooroordelen steken bovendien ook weer de kop op bij Anna en Lotte wanneer ze elkaar terugvinden: het zinnetje Wir haben es nicht gewusst dat Anna steeds uitspreekt geeft aan dat er eigenlijk maar heel weinig besef van de waarheid was tijdens de oorlog. De vooroordelen over hoeveel Anna en Lotte eigenlijk te maken hadden met de oorlog zorgen ervoor dat ze steeds stuiten op onbegrip en rancune van de ander.

Geweld
Anna en Lotte zitten allebei midden in de oorlog en daar komt veel geweld bij kijken, in alle vormen. Zo is Anna tijdens haar werk bij de familie Von Garlitz getuige van de manier waarop vluchtelingen en gevangenen behandeld worden, maar is zij in haar jeugd ook zelf mishandeld door haar oom en geestelijk mishandeld door haar tante, waardoor ze een harde, onbevreesde vrouw is geworden. Ook militair geweld komt vaak terug: Lottes vriend David komt om nadat hij bij een razzia is gearresteerd en er wordt veel gesproken over bombardementen en strijd aan het front.

 

Titelverklaring

De titel De Tweeling verwijst eenvoudigweg naar de hoofdpersonen van het boek, de tweelingzussen Anna en Lotte. Zij waren in hun jeugd al een tweeling in hart en nieren, voelden zich onlosmakelijk met elkaar verbonden. Vooral voor Lotte was die band erg belangrijk, neem bijvoorbeeld haar jaloezie op Anna toen die haar arm gebroken had en zij niet. Ze wilde in alle opzichten met Anne verbonden zijn en het liefst ook haar arm breken. Gedurende de oorlogsjaren, de periode dat ze van elkaar gescheiden zijn, brokkelt die zusterband steeds meer af. Ze hebben maar op zeldzame momenten contact en op die momenten is er duidelijk niets meer tussen hen dan een wereld van verschil. Voor de oude Lotte voelt het daarom alsof Anna allang haar zus niet meer is, maar een heel ander persoon, wanneer ze haar weer tegenkomt. Voor Anna is dit het tegenovergestelde: zij beschouwt Lotte nog altijd als haar zus en zielsverwant. De titel gaat dus niet alleen over de feitelijke familierelatie van Lotte en Anna, maar ook over hun band als tweeling, die niet meer zo vanzelfsprekend is, wanneer ze door de oorlog uit elkaar zijn gedreven.